Je lacht wel maar je bent niet blij
‘Je lacht wel, maar je bent niet blij’, hoorde ik deze week iemand tegen zijn collega zeggen. Ik ging er eens over nadenken. Kennelijk straalde de ene persoon twee boodschappen uit. Wél lachen en toch niet blij zijn. Als een boer met kiespijn. Sociaal wenselijk lachen, want dat wordt kennelijk van hem verwacht, maar het er diep van binnen toch niet mee eens zijn. Of er toch van balen, maar het niet willen laten merken…
Ik hoor het ook regelmatig in mijn werk. Dat de leidinggevende iets uitlegt, vraagt of de ander het snapt en daar ‘volmondig’ JA op hoort. Zijn mond zegt van wel, maar de rest van zijn lijf straalt iets anders uit en geeft daarmee een ander bericht, namelijk: ik snap er geen snars van. Waardoor de leidinggevende toch twijfelt.
‘Maar hé’, denkt de leidinggevende, ‘hij zégt toch van wel, dus dan mag ik daar op vertrouwen toch?’ Terwijl er een stemmetje in zijn hoofd zegt: ‘Hé… pas op!!! Dat gaat niet goehoed….!!!’ En tóch beslist hij: ik laat hem met rust, want hij zegt dat hij het kan.
En later blijkt dan ook dat hij het inderdaad niet goed (genoeg) begrepen heeft. Met alle gevolgen van dien: fouten gemaakt, kosten gemaakt, opnieuw moeten doen, moeten herstellen, vertraging opgelopen….. Er zijn weer bergen extra tijd en ook kosten mee gemoeid. Typisch geval van jammer…
Allereerst: heel fijn dat je je medewerkers vertrouwt. Dat je gelooft wat ze zeggen. Dat is een hele mooie basis. Het punt is alleen: ze zeggen niet alleen wat ze zeggen….
Ik bedoel: niet alleen de woorden zijn van belang in communicatie.
Ook met het non-verbale wordt veel gezegd. Zelfs nog veel meer dan alleen de woorden. Non-verbaal geeft vaak informatie die van groot belang is.
En ik kom nog zó vaak tegen dat daar veel te weinig aandacht aan besteed wordt….
Als dat stemmetje zegt: ik twijfel…. Schenk daar dan eens aandacht aan. Want dat komt ergens vandaan. Want dan heb je toch, misschien wel onbewust, ergens een boodschap opgepikt die tegenstrijdig is aan de gesproken woorden. Bv een frons in het gezicht, een zucht, een blik in de ogen, gebogen schouders….
Realiseer je ook dat het voor sommigen heel lastig is om toe te geven dat ze iets niet snappen. Ik zeg voor sommigen, maar misschien kan ik daar beter zeggen: voor velen. Zeker in de mannenwereld waar ik veel werk, is het haast ‘not-done’ om toe te geven dat je iets niet snapt. Want dan ben je dom, dat is falen, dat is ‘minder dan de ander’ zijn…. En dat wil ik niet, dus zeg ik maar dat ik het snap. En dan koop ik wat tijd om zelf uit te zoeken hoe en wat…
Als leidinggevende zou je daar misschien wat vaker doorheen moeten prikken. En juist je eigen gevoel dat je twijfelt eerst erkennen, en vervolgens dat bespreekbaar maken. Doe dat niet op een soort van veroordelende manier (‘je líegt, ik zíe aan je dat je er geen reet van snapt’), maar vanuit een soort van nieuwsgierigheid en behulpzaamheid (‘Hmmm, volgens mij vind je het best lastig, klopt dat? Waar kan ik je verder mee helpen?’).
Als je vaker het non-verbale bespreekbaar maakt, kun je fouten sneller in de kiem smoren. En daar wordt per saldo iedereen blijer van…. Toch?? 😉
Comments (No Responses )
No comments yet.